MIJN LINDENPLEIN

Op het plein waar ik ooit vreugde kende
gevulde ruimte, met lindes in overvloed
het oude zand en waterpomp die menigeen verwende.
De statige lichte gebouwen die schitterden in de zonnegloed.

Daar herinner ik mij het donker als mysterieus gehoor
en de geur van leven en de rust.
De gang naar de kerk,
de zicht op de voorstraat met z’n postkantoor.
Ver van het Leidse- ziekenhuis was hier een buitenlust.

Ik zie zo weer het volksvermaak met waterige spelen.
de mannen van de bollen na het werken op het land,
die gevuld in jaarlijks oranje ons niet konden vervelen.
Op de achtergrond onze kermis die ik kon tellen
in mijn toen nog kleine hand.

Nu jaren later sta ik wederom op diezelfde oude plek,
temidden van kramen vol on-Noordwijks sjiek,
en mensen die ik hier hoor spreken met een vreemde trek
lijken voor veel geld te zoeken naar mijn verloren romantiek.

Wie zijn jullie mensen die onze plaatsen kwamen nemen,
terwijl ik nergens iets van Noordwijk vond.
Jullie weten noch van keun, of hoe Dorus zich liet lenen
en dit is er geworden van mijn Lindenplein
in het dorp waar ooit mijn wiegje stond.

Leonard Zonneveld